Opgelet: de informatie op deze pagina is enkel van toepassing op alle huurcontracten, gesloten voor 1 januari 2019.
Voor contracten gesloten vanaf 1 januari 2019 kunt u terecht op www.woninghuur.vlaanderen.
Opzegging van een huurovereenkomst van lange duur door de verhuurder
Als verhuurder kunt u een huurovereenkomst van lange duur opzeggen onder bepaalde voorwaarden, steeds met een termijn van zes maanden die begint op de 1ste van de maand na de opzegging. Na een opzegging door de verhuurder kan de huurder steeds een tegenopzeg geven met een termijn van één maand. Bij een opzegging zonder motief behoudt de huurder in dat geval zijn recht op de eventueel verschuldigde schadevergoeding.
Opzegging voor eigen gebruik of bewoning door familieleden
Als verhuurder kunt u op elk moment de huur opzeggen om de woning zelf te betrekken of door een familielid te laten bewonen.
Bij bewoning door een familielid moet u desgevraagd een bewijs van verwantschap geven. De woning moet binnen het jaar na de opzegperiode effectief betrokken worden, en gedurende minstens twee jaar betrokken blijven door de eigenaar of zijn verwant(en); komt u die verplichtingen niet na dan heeft de huurder recht op een schadevergoeding van 18 maanden huur.
Opzegging voor verbouwingswerken
Aan het einde van een driejarige huurperiode kunt u als verhuurder het huurcontract opzeggen om de woning te verbouwen of te renoveren.
U moet bij de opzeg een bewijs voegen van de geplande werken (ofwel bouwvergunning, of een gedetailleerd bestek, of gedetailleerde beschrijving van de werken + kostenraming, of aannemingsovereenkomst), en de werken moeten ten laatste zes maanden na het einde van de opzegperiode aanvangen. Komt u die verplichting niet na, dan heeft de huurder recht op een schadevergoeding van 18 maanden huur.
Let wel: het moet daarbij gaan om grondige verbouwingswerken, die bewoning tijdelijk onmogelijk maken (een gewone opknapbeurt is dus geen motief voor opzegging).
Opzegging zonder motief
Aan het einde van een driejarige huurperiode kunt u als verhuurder ook zonder een van de twee bovenvermelde motieven het huurcontract opzeggen, mits betaling van een schadevergoeding van 9 maanden huur (bij opzeg aan het eind van het 3de jaar) of van 6 maanden huur (bij opzeg aan het eind van het 6de jaar). Vanaf de derde driejarige periode is er geen schadevergoeding meer te betalen.
Huurovereenkomst van korte duur
Een huurcontract van korte duur kan alleen worden opgezegd met een termijn van uiterlijk drie maanden voor de einddatum van de huurovereenkomst. De huurovereenkomst eindigt dus nooit vanzelf op de einddatum van het contract: als geen van beide partijen drie maanden voor die datum de huurovereenkomst heeft opgezegd, wordt die voortaan (en vanaf de begindatum) beschouwd als een huurovereenkomst van negen jaar, met de daarbij horende opzegvoorwaarden.
Een huurovereenkomst van korte duur kan niet voortijdig worden opgezegd, behalve in onderling akkoord. De partijen kunnen daarbij bepaalde voorwaarden afspreken. Die voorwaarden zijn niet wettelijk bepaald, maar vaak kijkt men daarbij naar de opzegvoorwaarden voor een huurcontract van lange duur (met voor de huurder een opzegtermijn van drie maanden en een opzegvergoeding, en voor de verhuurder betaling van een billijke schadevergoeding), al is dat niet verplicht. Beide partijen kunnen ook een andere regeling overeenkomen; als ze het niet eens raken kan de tegenpartij steeds eisen dat de huurovereenkomst tot de einddatum wordt nageleefd.
BELANGRIJK: de voorwaarden en afspraken bij een opzegging in onderling akkoord worden door de partijen best schriftelijk vastgelegd, om discussies achteraf te vermijden.
Opzegging van een huurcontract van lange duur door de huurder
De huurder kan een huurovereenkomst van lange duur op elk moment opzeggen met een opzegtermijn van drie maanden, die begint op de 1ste van de maand nadat hij de opzegging heeft gegeven. Tijdens de eerste drie jaar is daarbij ook een opzegvergoeding te betalen, van drie maanden huur (als de opzegperiode eindigt tijdens het eerste jaar), twee maanden huur (als de opzegperiode eindigt tijdens het tweede jaar) of een maand huur (als de opzegperiode eindigt tijdens het derde jaar). Het bedrag van de opzegvergoeding hangt dus niet af van de opzegdatum, maar wel van de einddatum van de opzegperiode.
Na het derde jaar is er geen opzegvergoeding meer te betalen.
Vrijgave van de huurwaarborg
Over de vrijgave van de huurwaarborg beslissen huurder en verhuurder samen of bij betwisting de vrederechter. De huurwaarborg is in principe geld van de huurder. Bij de vrijgave van de huurwaarborg kan een deel of de volledige huurwaarborg echter ook naar de verhuurder gaan voor bijvoorbeeld huurschade of huurachterstal. De huurwaarborg kan evenwel niet zomaar door de verhuurder aangesproken worden om renovatiewerken uit te voeren.